1 maart 2016 in Bouw & vastgoed door Mr. J.J. (Jaap) Wolleswinkel

Het economisch claimrecht bij eigendom van scholen

Bouw & vastgoed

 

Onderscheiden begrippen

Het is allereerst van belang de begrippen ‘juridisch eigendom’, ‘economisch eigendom’ en ‘economisch claimrecht’ goed te onderscheiden. Het volle eigendom kan gesplitst worden in juridisch eigendom en economisch eigendom. Redenen om alleen het economisch eigendom over te dragen kunnen zijn dat men dan formeel geen toestemming nodig heeft van de financierder en het (nog) niet hoeven betalen van overdrachtsbelasting. Degene die economisch eigendom verkrijgt heeft in het algemeen de beslissingsbevoegdheid en het risico. Dit risico is extra groot omdat de juridische eigenaar in feite de formele eigenaar blijft. Komt de juridische eigenaar in financiële problemen dan kan er op het goed beslag worden gelegd en kan dit worden uitgewonnen door executie.

 

Het economisch claimrecht is een andere rechtsfiguur. Stopt een school die ondersteuning van de overheid heeft ontvangen dan vervalt het volledige eigendom aan de overheid en kan de overheid dit eigendom laten inschrijven in het kadaster.

 

 

Wetgeving

In 1920 kwam de Wet op het Lager Onderwijs tot stand. De overheid ging de kosten met betrekking tot scholen betalen. In artikel 72 e.v. staat vermeld hoe budget kan worden aangevraagd. De overheid betaalt dan alle kosten, het eigendom ligt vaak bij de school of soms een derde. Artikel 205 WLO bepaalt de gemeente een vergoeding betaalt voor de terreinen en gebouwen van bijzondere lagere scholen die eigendom zijn van de schoolbesturen en op 1 januari 1921 in gebruik of in aanbouw waren. Deze jaarlijkse vergoeding wordt berekend over de geschatte waarde van de terreinen en gebouwen met inbegrip van het schoolmeubilair. Dit betreft derhalve de scholen waarvan de kosten op dat moment al door een particulier waren betaald, de zogenaamde ‘oude eigendomscholen’.

 

Op grond van artikel 10 van de Wet op het Primair Onderwijs vervalt het eigendom van de scholen en de ondergrond aan de gemeente als is vastgesteld dat het schoolbestuur blijvend heeft opgehouden dan wel blijvend zal ophouden (een gedeelte van) het gebouw of terrein voor de school te gebruiken. De levering van het eigendom geschiedt door inschrijving van de vastlegging van de beëindiging van de school in de openbare registers. Hiervoor is geen notariële akte nodig.

 

Jurisprudentie

Het gerechtshof Den Haag bepaalde op 28 april 2009 (LJN BI 3422) dat het eigendom van scholen en onderliggende grond die ooit met eigen middelen zijn gesticht maar waarin later met overheidsgelden verbouwingen zijn uitgevoerd op grond van het economisch claimrecht volledig vervalt aan de gemeente als het gebruik wordt gestaakt. De rechtbank had in eerste aanleg in dezelfde zin beslist. Het gaat hier om uitspraken op grond van de Wet Voortgezet Onderwijs, maar aangenomen mag worden dat het hier dezelfde toetsing betreft als voor scholen van het lager onderwijs.

 

Kadastrale situatie

Het komt wel eens voor dat een andere organisatie dan de school op de grond behorend bij de school een gebouw heeft gerealiseerd ten behoeve van bijeenkomsten en dat deze geheel los staat van de school, terwijl er van gemeentewege ook geen betalingen zijn gedaan. Het is dan van belang in het kadaster na te gaan of de onderliggende grond echt van de school is en niet is afgesplitst en op naam staat van de organisatie die het betreffende bijgebouw heeft gesticht, dan wel een derde. Is de grond geen eigendom van de school dan valt het betreffende gebouw niet onder voormelde onderwijswetgeving. Staat het gebouw wel op de grond van de school en is er geen recht van opstal gevestigd, dan is het gebouw door natrekking eigendom van de school en geldt in beginsel voormelde wetgeving aangaande het economisch claimrecht.

 

Ongerechtvaardigde verrijking

Gesteld zou kunnen worden dat de gemeente indien gaat om een door een derde op grond van de school gesticht gebouw ongerechtvaardigd is verrijkt ex artikel 212 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Eisen daarbij zijn dat de ene partij is verrijkt, dat de andere partij is verarmd, dat er verband is tussen deze twee en dat de verrijking ongerechtvaardigd is. Of de gemeente in voorkomend geval verrijkt zal zijn is zeer de vraag. De kans dat indien de school stopt er gesloopt zal worden is groot. Voorts is de vraag of de verrijking ongerechtvaardigd is. Ook indien het gaat om een gebouw gesticht door derden op de grond van de school geschiedt de verrijking op grond van de wet.

 

Misbruik van recht

Opgeworpen zou kunnen worden dat een beroep op het economisch claimrecht door de gemeente met betrekking tot een gebouw dat door natrekking onder het economisch claimrecht valt misbruik van recht oplevert, dan wel strijdig is met de goede trouw. Of dit enige kans maakt zal afhangen van de concrete omstandigheden van het geval. Een rol daarbij zou kunnen spelen dat de derde  toepasselijkheid van het economisch claimrecht had kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld door een recht van opstal te vestigen, eerst de ondergrond aan te kopen alvorens te gaan bouwen of elders te bouwen.

 

Het economisch claimrecht bij eigendom van scholen

Mr. J.J. (Jaap) Wolleswinkel
Advocaat


Stuur een mail 0342 491 028