9 mei 2014 in Bedrijf & Organisatie door Mr. J.J. (Jaap) Wolleswinkel

De mogelijkheden en gevolgen bij dwaling

Bedrijf & Organisatie

Dit artikel behandelt niet de vraag wanneer er sprake is van dwaling doch behandelt de situatie waarin de dwaling vaststaat.

 

Vernietiging met buitengerechtelijke verklaring

In beginsel kan in geval van dwaling via een buitengerechtelijke verklaring de overeenkomst worden vernietigd. Hiervan is uitgezonderd de situatie waarin het gaat om een rechtshandeling met betrekking tot een registergoed die heeft geleid tot een inschrijving in de openbare registers of tot een tot levering van een registergoed bestemde akte. In dat geval kan een buitengerechtelijke verklaring de rechtshandeling slechts vernietigen indien alle partijen in de vernietiging berusten (artikel 3:50 van het Burgerlijk Wetboek).

 

Gevolgen

Dwaling is grond voor vernietiging van de overeenkomst. Dit heeft tot gevolg dat moet worden terugbetaald en terug geleverd.

 

Dwaling is geen rechtsgrond voor vergoeding van schade. Is er sprake van schade dan zullen ter vergoeding daarvan aanvullende rechtsgronden dienen te worden gesteld en aangetoond. Verwezen wordt naar de uitspraak van de Hoge Raad van 11 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3765.In deze uitspraak wordt onder overweging 3.5.2 onder meer overwogen dat het slagen van het beroep op dwaling niet betekent dat de wederpartij van de dwalende jegens haar schadeplichtig is omdat daarvoor een specifieke rechtsgrond aanwezig dient te zijn en het Hof het bestaan van een zodanige grond niet heeft vastgesteld.

 

Nadeelcompensatie

Op grond van artikel 6:230 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek vervalt de bevoegdheid tot vernietiging wanneer de wederpartij van de dwalende een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst voorstelt die het nadeel dat de dwalende bij instandhouding van de overeenkomst lijdt op afdoende wijze opheft. Of hiervan sprake is beslist de rechter in aanmerking nemende alle omstandigheden van het geval.

 

In artikel 6:230 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat de rechter op verlangen van één der partijen in plaats van de vernietiging uit te spreken de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van het nadeel kan wijzigen. De rechter heeft hierin een discretionaire bevoegdheid. Hij heeft bij de vraag op welke wijze en in welke mate het nadeel wordt opgeheven een ruime beoordelingsruimte. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Hoge Raad van 18 januari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD7321.

 

Indien de reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden kan de rechter desgevraagd aan de vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen en aan een partij die daardoor onbillijk wordt bevoordeeld de verplichting opleggen tot een uitkering in geld aan de partij die benadeeld wordt (artikel 3:53 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).

 

Prijswijziging

Het kan zijn dat de waarde van een overgedragen zaak op het moment dat de dwaling wordt ontdekt ten opzichte van de leveringsdatum aanzienlijk is gewijzigd. Dwaling leidt tot vernietiging van de overeenkomst zodat de zaak moet worden terug geleverd en het bedrag dat bij aankoop is betaald moet worden teruggegeven. Dit kan in geval van prijswijziging een extra nadeel voor de ene partij zijn en een extra voordeel voor de andere partij. Vooral bij koop en verkoop van onroerend goed kan deze situatie zich voordoen omdat de prijs van onroerend goed de afgelopen jaren aanzienlijk is gedaald. Dit is in beginsel voor rekening en risico van degene die het treft.

 

Indien evenwel aannemelijk is dat het beroep op dwaling niet zou zijn gedaan indien de verhouding in waarde van de zaak niet was gewijzigd kan worden overwogen om analoog en rechtstreeks een beroep te doen op artikel 6:278 lid 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek. Lid 1 bepaalt dat de partij die ontbinding eist van een reeds uitgevoerde overeenkomst, nadat de verhouding in waarde tussen hetgeen wederzijds bij ongedaan making zou moeten worden verricht zich te haren gunste heeft gewijzigd, verplicht is door bijbetaling de oorspronkelijk waardeverhouding te herstellen, indien aannemelijk is dat zij zonder deze wijziging niet voor ontbinding zou hebben gekozen. Lid 2 van dit artikel bepaalt dat lid 1 van overeenkomstige toepassing is in geval de partij te wier gunste de wijziging is ingetreden op een andere grond dan ontbinding (bijvoorbeeld vernietiging) voor ongedaan making kiest en aannemelijk is dat zij daartoe zonder deze wijziging in waarde niet zou zijn overgegaan.

 

Slotwoord

De vragen omtrent dwaling  zijn redelijk complex. Ook is vaak niet duidelijk hoe de rechterlijke macht in een concreet geval met de betreffende wetgeving zal omgaan. Bij eventuele vragen zijn wij uiteraard gaarne bereid te assisteren.

De mogelijkheden en gevolgen bij dwaling

Mr. J.J. (Jaap) Wolleswinkel
Advocaat


Stuur een mail 0342 491 028